ADEMSTEUN
Ademen doe je meestal onbewust. Maar ga je zingen, dan is het juist belangrijk om bewust met je ademhaling bezig te zijn.
Zodra je hebt ingeademd, heeft je middenrif de neiging om de ingeademde lucht los te laten. Pas je ademsteun toe, dan werk je die uitademing tegen. Je zult dan voelen dat verschillende spiergroepen met elkaar de strijd aangaan. De kunst is om deze wisselwerking te laten verlopen in een geleidelijke, doorgaande beweging die ondersteuning geeft aan je zang.
Ademsteun zet je pas in wanneer het nodig is. Bijvoorbeeld als je een hoge toon moet halen of aan het eind van een regel. Het is hard werken, maar het zal je veel opleveren en het is iets dat je kunt trainen. Je docent kent hiervoor verschillende oefeningen en zal je precies degene aanreiken die bij jou passen.
NOODZAKELIJKE TWANG
Twang (spreek uit als ‘tweng’) is een techniek die veel invloed heeft op je stem en die maakt dat je makkelijker kunt zingen. Het ontstaat door je strotkleptrechter te verkleinen. Dat klinkt misschien abstract, maar je snapt vast wat we bedoelen als je het gekwaak van een eend probeert na te doen. Je stem klinkt dan scherper en doordringender.
Bij CVT zien we een beetje twang als voorwaarde voor een goede techniek en een gezond stemgebruik. Daarom noemen we dit ‘noodzakelijke twang’. Door te twangen kun je bovendien 10 tot 15 decibel harder zingen.
KAAK EN LIPSPANNING
Geen vooruitgestoken kaak en lipspanning
Spanning op je onderkaak en in je lippen kan leiden tot ongecontroleerde spanning op je stembanden. Dat kan ervoor zorgen dat je je stem forceert of verkeerd gebruikt, waardoor je schor kan worden en/of bepaalde noten niet meer kunt halen.
Om die reden werken we bij CVT aan het vermijden van een vooruitgestoken kaak en spanning op je lippen. Je docent kan je hiervoor verschillende manieren aanreiken.
KLANKKLEUR
Iemands stem herken je meestal aan de klankkleur. Als je weet hoe deze ontstaat, kun je ermee spelen en zoeken naar de kleur die bij jou en je muziek past.
De trillingen van je stembanden produceren een klank. Als die door je spraakkanaal gaat, ontstaat de klankkleur. Je spraakkanaal bestaat uit je hele mondholte: van je stembanden tot aan je lippen en je neus. De vorm en de grootte van het spraakkanaal is bij iedereen anders, vandaar dat ieder mens een unieke klankkleur heeft.
Je kunt de vorm van je spraakkanaal op allerlei manieren beïnvloeden. Daardoor heb je dus de mogelijkheid om je klankkleur te veranderen en daarmee te experimenteren.
EFFECTEN
Wil je in een lied een bepaalde emotie benadrukken, dan kun je bewust een effect inzetten. Ook kunnen effecten bijdragen aan je eigen stijl.
Een effect is een bepaalde klank die geen verband houdt met de melodie, zoals een kreet of een schreeuw. Voorbeelden van andere effecten zijn: grunten, vibrato, toegevoegde lucht of ornamentatie (‘versierselen’ à la Mariah Carey).
Veel zangers hebben hun stemmen geforceerd door op een onverantwoorde manier effecten te produceren. Bij Complete Vocal Technique gaan we er vanuit dat je ieder geluid op een gezonde manier kunt leren maken, zonder dat dit schade of slijtage aan je stem geeft – ook effecten. Een geautoriseerde CVT-docent legt je precies uit hoe je deze effecten kunt bereiken.